Patiënten willen graag inzicht in de kwaliteit van zorg en de werkwijze, zodat ze kunnen kiezen voor een ziekenhuis dat bij hen past. Daarvoor hebben ze bijvoorbeeld informatie nodig over hoe de zorg wordt verleend, welke behandelingen worden aangeboden, hoeveel ervaring een zorgverlener of team heeft met een bepaalde behandeling, welke resultaten worden behaald en hoelang de wachtlijsten zijn. Om patiënten (maar ook zorgverzekeraars) meer inzicht te geven in de kwaliteit zijn er indicatorensets voor verschillende behandelingen. Wat zijn indicatorensets precies en waarin bieden ze inzicht? En wat kun je er als patiëntenorganisatie mee?
Wat zijn indicatorensets?
Een indicator is ‘een graadmeter’ voor kwaliteit. Het is een meetbaar aspect van de geleverde kwaliteit. Vaak zijn er meerdere goede indicatoren om de kwaliteit te meten en inzichtelijk te maken. Die vormen samen zogenoemde indicatorensets. In de zorg worden hiervoor op dit moment drie soorten indicatoren gebruikt.
- Indicatoren die inzicht geven in de organisatie van de zorg. Voorbeelden zijn: een multidisciplinair overleg, een avondspreekuur of een patiëntenportal.
- Indicatoren die meten hoe de zorg wordt verleend. Dit zijn procesindicatoren. Een voorbeeld hiervan is de ervaring van het behandelteam/ hoe vaak voert dit team een bepaalde ingreep per jaar uit? Een andere procesindicator die patiënten en zorgverzekeraars belangrijk vinden, zijn wachttijden. Hoe lang duurt het voordat je een bepaalde behandeling kunt ondergaan?
- Indicatoren die informatie geven over de resultaten/ de uitkomsten van de behandeling. Een voorbeeld van een klinische uitkomst is: hoe vaak komt er een diepe wondinfectie voor na een heupoperatie? Tegenwoordig zijn er ook uitkomsten die patiënten rapporteren, de zogenoemde PROM (Patient Reported Outcome Measure). Een voorbeeld hiervan is: hoeveel procent van de geopereerde patiënten kan weer pijnloos lopen na een heupoperatie.
De koepelpartijen (Patiëntenfederatie Nederland vanuit patiënten, Zorgverzekeraars Nederland en FMS, NVZ, NFU, ZKN, V&VN vanuit zorgaanbieders) hebben voor ruim veertig aandoeningen indicatorensets vastgesteld. Zorginstituut Nederland bewaakt dat zij de vastgestelde indicatorensets leveren. Het is publieke informatie over de geleverde kwaliteit van zorg in een bepaald jaar.
Een indicatorenset vormt de basis voor keuze-informatie voor patiënten en voor inkoopinformatie voor zorgverzekeraars. Zorgorganisaties zelf kunnen deze informatie benutten om de kwaliteit gericht te verbeteren en hiervoor ook meetbare doelen te stellen.
Keuzehulpen ‘Vind de zorginstelling die het beste bij u past’
Patiëntenorganisaties vertalen de indicatorensets naar keuzehulpen per aandoening. De keuzehulpen ‘Vind de zorginstelling die het beste bij u past’ helpen patiënten bij de keuze van een geschikte behandelaar op basis van criteria die zij zelf belangrijk vinden. Afhankelijk van de aandoening, kan de keuzehulp patiënten hierover eerst een paar vragen stellen, bijvoorbeeld de gewenste reisafstand, de behoefte aan voorbereidende afspraken op één dag of een aanbod van verschillende behandelingen.
Op basis hiervan krijgen ze een overzicht van drie zorginstellingen die het beste passen bij hun wensen. Deze kunnen ze direct met elkaar vergelijken, of met de andere ziekenhuizen of klinieken. Deze keuzehulpen worden ook wel vergelijkingshulpen genoemd.
Er zijn inmiddels dertig van zulke aandoeningsgerichte keuzehulpen ontwikkeld. Ze staan op ZorgkaartNederland en vaak ook op de website van de betreffende patiëntenorganisatie.